Veel mensen uit India en Nepal komen naar de provincie Goa (toerisme) in de hoop op een beter leven. Ouders hebben vaak weinig tot geen scholing gehad, werken in wisselende dagbanen en wonen in sloppenwijken. De kinderen gaan meestal niet naar school door verschillende redenen:
- India kent verschillende talen waardoor deze ouders en kinderen de lokale taal niet spreken en communicatie moeilijk is. Kinderen en ouders verstaan de docenten niet en weten niet waar ze een specifiek verplicht schooluniform moeten kopen. Daarbij kunnen ze de kosten voor schoolspullen vaak niet betalen.
- De kinderen missen sociale vaardigheden, zoals stilzitten op een stoel en luisteren naar de leraar, waardoor scholen de kinderen liever niet hebben. Hygiëne en het toilet juist gebruiken zijn andere problemen.
- Nog een belangrijk obstakel is het ontbreken van een geboorteakte. Zonder deze akte worden de kinderen niet toegelaten en velen hebben er geen.

We bezochten een organisatie die deze kinderen ondersteunt. Ze trekken naar de sloppenwijken en screenen welke ouders de kosten niet kunnen betalen. Alle geloven zijn welkom en alle bijbehorende feesten worden gevierd. Een social worker betrokken bij het project helpt de ouders aan een geboorteakte. Veel kinderen vieren dan voor het eerst hun verjaardag, omdat ze zonder de akte geen weet hebben van hun geboortedag. Indien ouders de dag niet specifiek meer weten, wordt er een schatting gedaan.
Het project heeft een eigen school, 7 jaar geleden opgericht, waar kinderen van 4 en 5 jaar in de ochtend klaargestoomd worden voor regulier onderwijs. Ze leren sociale vaardigheden, de juiste taal, basiskennis, hygiëne en het toilet juist gebruiken. Ook is er mogelijkheid tot creatieve ontwikkeling en spel. Na de lunch gaan de kinderen weer naar huis. In de middag komen de oudere kinderen, nadat hun school klaar is. Ze lunchen en er is tijd om met elkaar te spelen. Thuis helpen de kinderen vaak mee, waardoor er niet altijd voldoende tijd is om te spelen. In de middag is er huiswerk begeleiding om de kinderen zo goed mogelijk door hun schoolperiode heen te helpen. Sommige kinderen studeren door, anderen gaan aan het werk. De oprichter vertelt ons dat met het spreken van de juiste talen, het hebben van sociale vaardigheden en daarnaast kunnen lezen, schrijven en rekenen al een klein bedrijfje opgezet kan worden.


Via gesprekken met de ouders probeert de organisatie uitleg te geven over opvoeding en anticonceptie. Dit is echter moeilijk. Ouders zijn arm, laag geschoold en bekijken het leven van dag tot dag. De oprichters focussen dus vooral op verandering via de kinderen. Medische kosten en andere problemen worden ook via deze organisatie verholpen. Een belangrijke regel is dat een gezin de dochters ook naar school moet sturen als ze een zoon aanmelden. Vaak zijn gezinnen eerder bereid jongens naar school te sturen dan meisjes. Meisjes verhuizen na hun huwelijk naar de schoonfamilie, waardoor het gezin er weinig ‘profijt’ van zal hebben.
Tijdens de lunch zitten alle kinderen netjes te eten en na de lunch gaat iedereen zich wassen en tandenpoetsen. Hoewel er af en toe een deugniet tussen zit die een kikkererwt naar de buurjongen gooit, is duidelijk zichtbaar dat de kleintjes hun manieren hebben geleerd en zo klaar zijn om straks als ze 6 jaar zijn naar school te kunnen. Veel scholen willen nu juist deze kinderen op hun school verwelkomen, omdat ze goede manieren en basiskennis hebben geleerd. Tijdens de lunch mogen kinderen een extra bord halen, maar alleen als ze alles op kunnen.
De organisatie is afhankelijk van donaties en krijgt geen hulp van de overheid. Het blijft een puzzel om voldoende donaties binnen te krijgen. Ze zijn erg blij met elke gift of donatie, maar in ons gesprek wordt ook duidelijk dat giften en hun eigen behoeften niet altijd op één lijn liggen. Zo krijgen ze veel toiletartikelen, waardoor ze daar nu een overschot aan hebben en andere dingen meer nodig zijn. Ook worden artikelen vaak in het thuisland gekocht, terwijl het in India goedkoper is en beter om de lokale economie te steunen. Andere mensen nemen fruit mee, wat vaak niet van goede kwaliteit is, snel over datum raakt en te duur betaald is.
In onze gesprekken proberen we vooral te zoeken naar de behoeften van de organisatie zelf. De organisatie spreekt ons erg aan, omdat ze via de kinderen proberen de toekomst van gezinnen uit sloppenwijken te verbeteren. Ze weten precies waar het spaak loopt en helpen de kinderen naar de schoolbanken toe. Zo krijgen deze kinderen een eerlijke kans. We krijgen een lijst met schoolspullen die nodig zijn voor dit jaar. We besluiten met een staflid naar de markt te gaan om samen met haar een deel van de spullen te kopen. Zo weten we zeker dat ze iets krijgen wat ze daadwerkelijk nodig hebben.

Eerder liet de school ook buitenlandse vrijwilligers toe, maar daar zijn ze mee gestopt. De screening van al dan niet juiste personen met kwaliteiten bleek enorm lastig. Ook vonden de lokale docenten het moeilijk om vrijwilligers op iets aan te spreken en vinden ze de continuïteit van stafleden voor de kinderen belangrijker. Wat wel mogelijk is, en wat wij dus ook deden, is om een bezoek te brengen en in de middag te blijven om spelletjes met de kinderen te spelen. De kinderen vinden het bezoek leuk en laten je graag zien wat ze hebben gemaakt of geleerd. Ook blijken ze fanatieke Uno spelers te zijn die voor je het weet, alle potjes van je winnen. Als de kinderen klaar zijn met hun opleiding, blijft de organisatie contact onderhouden en hun verder ondersteunen indien nodig. Zo hopen ze de kinderen een betere toekomst te kunnen bieden.
Budget:
Schoolartikelen
- 144 schriften (100 pagina’s)
- 144 schriften (200 pagina’s)
- 168 grote schriften (100 pagina’s)
- 24 grote schriften (200 pagina’s)
- 16 knutsel papier
Dit project is gesteund door de donatie van de Diakonie en het missionaire team van Protestantse Gemeente Eastermar + 50 euro overige donaties.
Locatie: Goa, India